Do's & don'ts met steigers en ladders

Stevig en betrouwbaar klimmateriaal is één. De weersomstandigheden zijn twee. Hou de voorspellingen en vooral de windkracht in het oog. Tot en met 6 beaufort kan je veilig op een steiger werken. Vanaf 7 beaufort ben je verplicht hem af te breken of te verankeren aan de gevel. Gebruik hiervoor een verankeringsbuis. Bevestigde je zeilen, doeken of een doorwerkkap aan je steiger? Wacht dan niet tot 6 of 7 beaufort, maar tref eerder maatregelen.

Een rolsteiger die waterpas staat, vergroot jouw veiligheid en die van je collega’s. Bovendien maakt dit het opbouwen makkelijker en lichter. Stabiliteit begint bij de basis. Wanneer je de eerste twee meter van de rolsteiger hebt opgebouwd, controleer dan of deze waterpas staat. Dit meet je zowel in de lengte als in de breedte. Bijstellen doe je met de opspindelbare wielen, die naar boven en naar beneden bijstelbaar zijn. Ben je klaar met opbouwen, controleer dan nogmaals of de steiger werkelijk waterpas staat. Door zijn gewicht kan hij wegzakken in een zachte ondergrond.

Om te voorkomen dat je ladder wegzakt of verschuift, moet de ondergrond vlak en stevig zijn. Losse planken, kratten of zand? No go! Gebruik stoeptegels of een speciale laddermat.

Gebruik je een vouwladder als ‘rechte’ ladder? In een hoek van 75 graden staat ze veilig. Dit test je eenvoudig door de punt van je schoenen tegen de ‘voetjes’ van de ladder te plaatsen en dan je armen naar voor te strekken. Als je de ladder makkelijk kan vastpakken zonder naar voor te buigen, dan staat ze prima.

Een vouwladder kan maximum 150 kg aan, inclusief ‘bagage’. Werk nooit met meer dan één persoon tegelijk op een vouwladder, dat is levensgevaarlijk. Zorg dat je altijd minimaal één hand vrij hebt. Plaats je ladder nooit tegen een gladde dakgoot, maar tegen de muur en gebruik hiervoor een muurafhouder. Hou je lichaam tussen de ladderbomen. De lengte van je armen is je werkgebied. Niet overstrekken, want zo raak je uit balans.